De Filobus

Begrippen die in het eerste programma aan bod komen zijn onder andere nieuwsgierigheid en de binnenkant en buitenkant van iemand. Marthe krijgt een pet op en is ineens chauffeur van de filobus. Ze start de bus en de reizigers beginnen hun tocht op zoek naar een filosoof. Wat is een filosoof? De zoektocht gaat langs een winkelcentrum en een hotel. Maar dat levert niets op. Voorbijgangers worden geïnterviewd over hun kijk op de filosofie. De tocht eindigt na een achtervolging bij een spiegel.

In het tweede programma staat de menselijke wil centraal. Wat is de relatie tussen onze wil en de natuur? Is een schilder de baas over zijn eigen schilderijen? De reizigers van de Filobus gaan op pad. Ze willen er een nuttige dag van maken. Zouden ze ook niks kunnen willen? Het landschap verandert toch ook niet of juist wel? Ze rijden langs de Oostvaardersplassen. Is dat natuur of heeft iemand dat zo gewild? De geheimzinnige Pjoki Teer bezoekt de bus en laat verschillende opvattingen over de wil spelen via een maskerspel.

In het derde programma onderzoeken we de vraag wat mensen zijn. Kunnen computers straks alles wat mensen kunnen? Marthe wordt vervangen door een automatische piloot. Kunnen mensen eigenlijk iets dat niet kan worden overgenomen door iets anders? Kunnen computers al beter schaken dan schaakgrootmeesters? Als apen net als wij kunnen schilderen, wat is dan speciaal aan ons? Wie was Kasper Hauser? De taal en de verhalen van mensen, dat is wat mensen tot mensen maakt.

In het vierde programma gaat over het verschil tussen uitvinden en ontdekken. De reizigers in de filobus proberen de vraag te beantwoorden wat de grootste ontdekking is geweest. Natuurlijk worden er al gauw allerlei ontdekkingen genoemd en beoordeeld door de reizigers. De bus stopt voor een museum. Staan daar de grootste ontdekkingen? Is ontdekken eigenlijk hetzelfde als iets uitvinden? De reizigers gaan het allemaal ontdekken.