De Schatkast

De kleuters maken kennis met Jas de zakkenman, een wonderlijke zwerver die alles wat hij mooi vindt in een van zijn talloze zakken stopt. Zo vindt Jas aan het strand ook een vreemd klein kastje, waar stemmetjes uitkomen… Als dat kleine kastje door een wonderlijke val groot is geworden blijkt het een schatkast te zijn waar Jan Jappie in zit. Jan Jappie is de hoofdfiguur uit het gelijknamige prentenboek: Jan Jappie en de veelvraat.

Jan Jappie heeft problemen met eten. Hij lust alleen maar brood met… Zij akelige tante Stien beweert dat de veelvraat hem zal komen halen, als hij niet goed eet. Maar wie is de veelvraat? Bestaat de veelvraat echt? Samen met Jas schrijft Jan Jappie de veelvraat een briefje.

De schatkast blijkt nog meer wonderlijke figuren te herbergen: het malle stel Hak en Plak Hak houdt van los en hakt graag zinnen en woorden en letters uit elkaar. Maar Plak houdt van vast: zij plakt alles weer vast, maar vaak zit dan alles door elkaar…

Jan Jappie en Jas maken ook kennis met Happer, een grote gele lobbes, die woorden en tekeningen opeet en daar in die dikke buik weer heel wat anders van maakt. Het is steeds weer spannend om te kijken wat er nu weer uit Happer tevoorschijn komt.

Happer heeft losse bladzijden van Jan Jappie's prentenboek uitgepoept, en Jas en Jan Jappie proberen dat weer aan elkaar te zetten. Hoe ging het verhaal ook alweer? En de veelvraat heeft zich nog steeds niet laten zien. Wel schrijft hij briefjes aan Jan Jappie. Jan Jappie hoeft echt geen groene soep of pap te eten als hij dat niet lekker vindt. Maar alleen brood met.. daar word je een papventje van met slappe benen!

Jan Jappie wil weer terug naar huis. Het prentenboek is uit, en gelukig heeft Jan Jappie ook gemerkt dat je toch meer kan eten dan alleen brood met…dankzij de briefjes met adviezen van de Veelvraat. De kast wordt weer klein en Jas brengt Jan jappie terug naar huis. En dan gaat Jas weer op zoek naar het volgende avontuur.

Jas de zakkenman komt met zijn grote huisjas uit de sterrenhemel naar beneden gezweefd, recht het raam van een oude zolder in. En op die zolder woont een hond, Leonard. Maar is dat nou een hond of is het een jongetje? Zo maakt Jas kennis met de eerste gebeurtenissen in het prentenboek Leonard.

Jas de zakkenman heeft altijd een schatkast bij zich, die van klein naar groot getransformeerd moet worden. Als dat gelukt is, blijkt die grote schatkast een hondenhok te bevatten waar Leonard de hond precies inpast. In de schatkast treffen we ook de vaste schatkastbewoners Hak, Plak en Happertje aan.

De schatkast is een wonderlijk stuk meubilair. Je kunt niet alleen in de laadjes kijken of achter de deurtjes van de schatkast gluren,je kunt er ook in verdwalen… Met behulp van een feetje, hetzelfde feetje dat ook in het prentenboek voorkomt,komt Jas de kast weer uit.En daar ziet hij dat de hond Leonard veranderd is in het jongetje Leonard..hetzelfde jongetje als uit het boek!

Jas begint al meer te begrijpen van het verhaal uit het prentenboek. Leonard is in dat verhaal door het feetje veranderd in een hond, omdat hij zo bang was van honden.. Hoe zouden de vader en moeder van Leonard dat ervaren hebben? Met Hak en Plak speelt Jas het verhaal van de schrik van die ouders. Het jongetje Leonard is intussen ook in de schatkast verzeilt geraakt. Maar als hij eruit komt, is hij door de plagerige fee weer veranderd in een hond!

Hoe maak je van een hond weer een jongetje? En wil de hond wel weer in een jongetje veranderen? Jas besluit zelf voor tovenaar te spelen, maar Hak en Plak hakken en plakken zijn toverformule zo door elkaar dat de toverij mislukt. Gelukig schiet het feetje te hulp, maar zij laat de hond Leonard helemaal verdwijnen. En nu weet Jas niet of Leonard nog een hond is of dat Leonard weer een jongetje is geworden.

Jas pakt zijn spullen in. Als afscheid van het prentenboek laat de schatkast in zijn kijkvak het hele verhaal uit het prentenboek nog een keer zien. De grote schatkast wordt weer klein, Jas stopt het kastje in zijn zakken en zweeft in zijn huisjas het raam van de zolder weer uit. Gelukig komt Leonard nog net op tijd, met zijn vader en moeder, naar het raam gestormd om nog afscheid van Jas te nemen. En Jas de zakkenman zweeft door de sterrenhemel naar het volgende avontuur toe..

Jas ontmoet de kleine fee Rozemarijn. Feeën moeten altijd lief zijn en altijd netjes. Taart eten zonder te kruimelen en thee drinken zonder morsen. Rozemarijn vindt dat ontzettend saai. Ze wil geen fee meer zijn maar... een heks worden! Maar heksen horen niet bij feeën thuis, die worden naar het heksenbos gestuurd. Ook Jas voelt zich in het keurig nette feeënrijk niet op zijn gemak. Maar al te graag gaat hij met Rozemarijn mee naar het heksenbos.

Kleine fee Rozemarijn wil geen fee meer zijn maar een heks worden. Maar heksen horen niet bij feeën thuis, die worden naar het heksenbos gestuurd! Jas gaat ook naar het heksenbos. Hij vindt er zijn schatkast en tovert met behulp van de heksen Hak & Plak tevoorschijn. Rozemarijn heeft veel pret met de heksen, maar als het donker wordt mist ze haar mamma toch wel...

Rozemarijn leert op een bezem vliegen en vliegt zo naar haar mamma in het feeënrijk. Mamma Fee schrikt zich naar als ze de vlekken en scheuren in Rozemarijns jurk ziet! Zij stuurt haar dochter terug naar het heksenbos. Verdrietig door de ruzie met haar mamma valt Rozemarijn in de boomhut in slaap.

Mamma fee wil geen dochter met scheuren en vlekken in haar jurk. Zij stuurt Rozemarijn terug naar het heksenbos, maar als het donker wordt heeft mamma fee verdriet en mist ze haar kleine meisje. Ze gaat naar het heksenbos om Rozmarijn te zoeken. Ze zijn dolblij elkaar weer te zien en mamma fee blijft bij Rozmarijn in de boomhut slapen. 

Rozemarijn en haar moeder gaan samen op avontuur in het heksenbos. Mamma fee vindt rolschaatsen, in een boot varen en op een bezem vliegen eigenlijk wel leuk en ze hebben samen veel plezier. Rozemarijn en haar moeder spreken af dat Rozemarijn af en toe een keurige fee zal spelen maar ook best nu en dan een heks mag zijn! Mamma fee zal af en toe komen logeren in het heksenbos. Zo is Rozemarijn geen echte fee en ook geen echte heks… ze is een heksenfee!

Alles is weer goed tussen Rozemarijn en haar moeder. Jas wil op zoek naar zijn boot en zijn jassenhuis. Maar eerst moet de Schatkast weer klein worden. De heksen willen Jas wel helpen, maar dan gaat er iets vreselijk mis….. Hak & Plak en Happer proberen te helpen met een toverspreuk en de heksen brouwen speciale heksensoep. Dan gaat Rozemarijn toveren…

Jas arriveert in zijn bekende outfit op een wiegelend tapijtvlot. Hij vertelt de kinderen dat dit zijn laatste avontuur in de Schatkast is, dat zij aan het eind van dit blok afscheid van elkaar moeten nemen. Zoals altijd maakt hij van de kleine Schatkast een mooie grote kast. Het avontuur begint met de introductie van het voorleesboek De reis van Kleine Pien. Jas is enthousiast over de titel, omdat je op Pien zo lekker kunt rijmen. Dan ontdekt hij dat de schatkast in een groot poppenhuis is omgetoverd en richt aan de hand van een inventarislijstje de eerste kamer in. Als hij daarmee klaar is, lokt een stemmetje hem naar binnen. In het poppenhuis maakt hij kennis met Grote Pien, haar pop Kleine Pien en Beer. Met dit drietal maakt Jas een gefantaseerde zeereis. 

Jas ontmoet Grote Pien, Kleine Pien en Beer in de huiskamer die zij in hun fantasie in een spannend berglandschap hebben omgetoverd. Op de top van die berg woont een monster, de bergbobbelobbes. Happer ontdekt het woord en slurpt het direct naar binnen. Jas gaat samen met Kleine Pien en Beer de berg op. Hij volgt daarbij de routebeschrijving, die Happer gemaakt heeft. Ze komen Hak en Plak tegen, die behoorlijk chagrijnig zijn omdat ze niets te hakken of te plakken hebben. Jas geeft ze wat woorden, maar de woorden die Plak maakt, zijn fout. Grote Pien komt als bergbobbelobbes te voorschijn en bedreigt het drietal. Beer temt het monster.

Jas heeft een vliegtuigje voor Kleine Pien gemaakt. Kleine Pien is met haar pop in de tuin aan het spelen. Zij bedenkt dat Kleine Pien een vliegreis gaat maken. Op dat moment vliegt Jas met zijn doosvliegtuig de tuin in. Even later stapt Kleine Pien met ticket en al het vliegtuig in en de reis begint. Grote Pien wil Kleine Pien veel harder laten vliegen. Ze gooit haar omhoog, Kleine Pien belandt in een boom en valt vervolgens op de grond. Kleine Pien is zo boos, dat ze zonder Grote Pien in de richting van het bos loopt. Hak en Plak spelen daar voor wilde dieren. Maar als Kleine Pien ze een paar hak- en plakwoordjes geeft, zijn ze direct getemd. Hak hakt de laatste letter van de woorden zon, bos en mier af. Grote Pien die stiekem gevolgd is, verrast Kleine Pien met een gevaarlijk sissende slang. Maar Kleine Pien is niet bang uitgevallen. Ze schakelt de slang vakkundig uit. Happer eet de woordjes van Hak en Plak op en laat het avontuur van Kleine Pien nog een keer zien. Kleine Pien is stomverbaasd dat Grote Pien de afloop van het gevecht weet.. 

Jas fietst het fantasiepark in. Grote Pien en Kleine Pien staan daar al te wachten. Beer gaat op een bankje bij de vijver zitten kijken. Jas moet aan het werk. Jas vist een leeg frietbakje en een krant uit de vijver. Hak en Plak halen daar de woorden vis, hek en roos uit en gaan die bewerken. Hak hakt de middelste letter uit deze woorden weer los en Plak doet haar werk nu goed. Ondertussen fietst Grote Pien zo hard door het park, dat ze - zonder dat ze het merkt - Kleine Pien verliest. Jas heeft een dood vogeltje gevonden en Grote Pien wil weten wat dood is. Ze zingen een lied voor het dode vogeltje en samen met Grote Pien begraaft Jas het beestje. Jas ziet Kleine Pien liggen, gaat naar haar toe en raapt haar op. Daarna gaan Grote Pien en Kleine Pien nog een keer samen op de fiets weg. 

Happer en Jas bekijken reisfolders. Happer maakt daar gretig gebruik van voor het maken van een reisverhaaltje. In de schuur zijn Grote Pien, Kleine Pien en Beer bezig met het inpakken van de spullen voor een kampeervakantie. Beer kan niet mee. Die is te oud. Maar Grote Pien neemt wel een los oor mee. Dan kan ze op vakantie toch met hem praten. Hak en Plak duiken op. Zij vertellen dat ze ook mee op reis gaan, ook al staan ze niet op het lijstje van Grote Pien. Op een onbewaakt ogenblik, pakken zij de paklijst van Grote Pien en gaan met een aantal woorden lekker aan de slag. Hak hakt de woorden sok en pan in drie stukken. Plak plakt de letters van die woorden in de verkeerde volgorde aan elkaar. Hak is verbijsterd en gooit het bijltje erbij neer. Plak moet het probleem deze keer maar zelf oplossen. Beer en Jas schieten haar te hulp. 

Jas en Beer zitten voor de huisjas. Ze weten dat Grote Pien en Kleine Pien op de camping zijn. Kleine Pien heeft via het losse oor contact met Beer en vertelt hem wat ze allemaal heeft beleefd. Jas wil ook naar de camping, omdat hij afscheid wil nemen van Grote Pien en Kleine Pien. Maar hij weet niet hoe hij in de kast kan komen. Op de camping maakt Kleine Pien kennis met een vriendje van Grote Pien, Niek. Hij komt afscheid nemen. Grote Pien denkt dat Jas ook wel snel op reis zal gaan en stuurt hem bij wijze van afscheid een ansichtkaart. Ondertussen bekijken Jas en Beer het voorleesboek van het begin tot het zesde verhaal. Omdat Jas nog steeds niet in de kast kan komen, stuurt hij de twee Pienen allebei een ansichtkaart. Als hij die kaarten op de bus wil doen, verschijnt Happer met de kaart van Grote Pien. Op het moment dat Jas de kaart leest, zit hij samen met Beer ook op de camping. Plak verveelt zich stierlijk op de camping. Happer geeft haar een ansichtkaart Hak hakt de woorden dag en zoen en Plak maakt er ook deze laatste keer een potje van.